Het is zover, de eerste chemo. De appjes stromen binnen met lieve berichtjes. We moeten alweer vroeg rijden want om 10 uur in Rotterdam staan houdt in om 07.30 op weg zijn. Zeker nu de spits weer lekker op gang is. Roos zetten we bij de opvang af en Lex gaat naar de Ibo (Belgische voorschoolse opvang). Dan is het knallen naar Rotterdam. Volgens de navigatie zullen we er een halfuurtje voor de afspraken beginnen er zijn. Mooi tijd voor ontbijt in het ziekenhuis want ik kreeg geen hap door mijn strot deze ochtend. Nu ben ik al geen ontbijter maar stress helpt nog minder mee!
We weten nu inmiddels het systeem een beetje van het Erasmus en weten waar we heen moeten. Bij Appie to go even snel een broodje en hoppa, we kunnen. Eerste stop: de tietprikker…. Horrorbeelden van een slager met een bebloede spuit gaan door mijn hoofd. Ja lekker dramatisch maar zo voelde het echt na te weten wat voor pijn een punctie deed. Dit wordt met een zelfde dikke naald gedaan dus ik had er een hard hoofd in wat voor pijn ik nu weer zou meemaken. We hebben ook een strak schema want alle afspraken staan achter elkaar gepland. Ik begin te wiebelen met mijn tenen (dat doe ik vaak al ik ongeduldig of zenuwachtig ben). Michiel ziet aan mijn gezicht de spanning. “Zal ik mee gaan?” “Ja doe maar… of… nee doe juist maar niet. Ik ga liever alleen, dan weet ik tenminste dat ik niet ga huilen. Klinkt stom maar als jij erbij bent hoef ik me niet groot te houden en alleen wel…” “Ik snap het, maar weet dat ik mee wil met je… Wil je een knuffel?” Ja die wil ik heel graag, het liefst blijf ik gewoon de hele dag alleen maar in je armen liggen op een hoopje gekropen maar tja… dat gaat niet. “Je bent de liefste en mijn alles, ik ben zo blij dat ik jou naast en bij me heb… Zou niet weten hoe ik het anders zou moeten doen.” “En ik hou van jou…” Het is zo ver… De prikbitches roepen me!
Daar lig ik weer in me blote tieten. Als je preuts bent is borst kanker niks voor jou hoor. Bij iedere arts moet je ze showen. Ik lig zenuwachtig op de tafel en vertel aan de assistent van de radioloog dat ik doodsbang ben. Het is een jong grietje en ze is duidelijk nog niet echt ingespeeld op dit soort dingen. Geen probleem, zij moet het ook leren. De radiologe komt. Ik leg haar ook het verhaal uit en ze begrijpt de angst heel goed. “Het voordeel is dat ik het handmatig doe en er niets uithaal maar in doe. Kortom dat zou al minder pijnlijk moeten zijn. Dat neemt niet weg dat je hoe dan ook wel wat gaat voelen maar ik neem je in alles mee. Nu eerst de locaties goed bepalen. We gaan 3 markers plaatsen. Nog 2 in de borst, en 1 in de oksel.” Nou kom maar op dan hè… “Oké hier komt de eerste verdoving.” Goh dat viel wel mee. Best gek maar ben er blij mee! “Dan ga ik nu even testen. Voel je dit nog? Nou dat is fijn dan kunnen we beginnen. Ik maak nu een klein sneetje, en nu gaat de echte naald erin… Gaat het?” Het valt echt reuze mee is! Hier teken ik voor. “Nou ik voel niks!” “Top, deze is klaar, markering zit er goed in. Even afplakken en dan naar de volgende. Daar komt het prikje weer.” “Au…. Deze is wel een stuk pijnlijker!” “Oei, nou ik doe de verdoving even goed en dan kan die inwerken… oh ik heb een adertje geraakt zie ik… dat kan de pijn verklaren…” lekker dan heb ik weer… “Dus dat is een blauwe borst morgen???” “Ja ga daar maar vanuit… Soms zou het fijn zijn als je de aders ook helder kunt zien liggen… sorry hoor. Ik ga weer even testen. Voel je dit?” “Ja ik voel nog wat scherps.” “Ik verdoof dan toch even iets bij. Weer even testen, voel je dit?” “Nee nu niet meer” wat een gedoe dit hè… “Oké daar maak ik het sneetje weer. Daar komt de naald…” oei, dit voel ik wel kwa druk zeg…. Bah… ik hoor ook gewoon de naald in me… “Oké daar gaat die, die zit ook.”
Nou 2 down, one to go… “We gaan voor de laatste, in de oksel. Ik begin met het prikje voor de verdoving…” “AUW! Oehhhhhh die brand en doet pijn zeg, bah bah….” ze kijkt me aan en zegt “Raar hè dat de plek waar we het van hadden verwacht het meest pijn te doen het minste is en nu de oksel toch het meest pijnlijk… Gaat het wel?” “Nou, hij zeurt behoorlijk hoor…. Heb niet het idee dat die verdoofd is…” “Dat gaan we even testen, voel je dit?” “Ja dat voel ik en scherp ook!” Ze kijkt naar mijn oksel: “Ik verdoof even bij want als dit nu al pijn doet…” Het prikje voel ik gelukkig niet meer, dat geeft wat vertrouwen. “Oké weer even testen, voel je dit? Gelukkig dan ga ik nu het sneetje maken, en hier komt de naald…” “AUW! Oei ik voel dit echt heel erg… oeh….” “Oh en het spijt me echt maar ik kom ook niet in de klier…. Hij is zo hard… ik moet echt even gaan doordrukken en dat gaat NIET prettig aanvoelen, sorry…” Ze duwt harder de naald in me oksel en ik kreun en steun van de pijn…. Ik probeer het weg te puffen. Het jonge hulpje moedigt me aan en geeft al aan dat dit niet aangenaam kan zijn maar ik het heel goed doe. Nou thanks meis…. Niet dat ik er iets mee opschiet want het doet nog steeds fucking veel pijn! Plots voel ik een soort van plopje, de naald zit er eindelijk in. Het inbrengen van die marker deed ook pijn en het uithalen van de naald was ook niet bepaald een opluchting. Ik voelde direct dat mijn oksel beurs was. Dan nog de pijnlijke blauwe tiet en het plaatje is compleet hoor. Wat een shit start van de dag. Maar het doel waar ik voor kwam hadden ze behaald, de markers zaten erin.
Ik loop naar Michiel toe, hij ziet mijn gezicht al en weet dat ik zo snel mogelijk van deze afdeling weg wil. We lopen naar de trappen om naar beneden te gaan, ik doe mijn verhaal en hij luistert. “Jeetje, lekker dan van je borst… het zal is een keer meezitten hè?” Beneden krijg ik een knuffel. Op naar de afspraak waar we nu al te laat voor zijn. Gelukkig geeft de verpleegkundige aan dat de afspraak dubbel gepland is. Ik kan dus eerst door voor een hartfilmpje/scan om de hartfunctie te bepalen. En daarna komen we naar haar.
Het hartfilmpje is compleet aan de andere kant van het Erasmus en voor wie daar nog nooit geweest is: het is daar GROOT. We moesten naar het oude deel en dat was ongeveer 10 minuten flink doorstappen. Goeie combi voor iemand die al weinig energie heeft. We zijn op tijd en ik mag praktisch direct naar binnen. “Nou mevrouw, ik heb al even geïnformeerd… Omdat u zo ook chemo krijgt gaan we een infuus plaatsen die daar ook meteen voor geschikt is. Dat scheelt weer extra prikken.” “Zo dat is echt meedenken! Bedankt!” Dit noem ik nou een stukje service en klantenbinding (als het een commercieel bedrijf zou zijn…). Ze gaat aan de slag met prikken. “Goh u bent lastig te prikken…” “Oh u bent de eerste die dat zegt… normaal zetten ze zo een infuus in mijn arm.” “Hmm ik ga kijken, ik zie het ook wel dat ze hier vaker prikken ja, je aders liggen vandaag gewoon diep denk. Daar ga ik… Verdikkie, mis geprikt…” Tuurlijk, dat kan er ook nog wel bij vandaag… “Ik roep toch even mijn collega hoor…” “Nou mevrouw, eens zie of het mij lukt… oh ja hier moet die lukken…” Hoppa in 1x raak. Zij gaat door voor de wasmachine hoor.
Het hartfilmpje maken is gewoon een kwestie van 15 minuten stilliggen. Niets bijzonders. Voor ik het wist stond ik buiten, met het infuus nog in mijn arm. Tijd om terug naar de oncologieverpleegkundige te gaan. We meldde ons weer aan en ze gaf aan eraan te komen. Het intake gesprek vind ik nogal chaotisch verlopen, gelukkig wordt het belangrijkste goed uitgelegd. De medicatie is mij helder, hoe de kuren verlopen is mij helder. En dat ik moet bloedprikken een dag voor de behandeling is mij ook helder. Tijd voor lunch en dan een chemo te pakken. Zelfs nu zie ik er niet tegen op, het is alleen spannend.
Tijd voor de chemo: we komen op de afdeling. Ik meld me aan en krijg een tabletje dat ik moet nemen. Er zijn 3 mensen die hier voor het eerst zijn, ik en nog 2 anderen. We worden meegenomen en krijgen de afdeling te zien. Bij mijn ruimte zitten al 3 mensen aan het infuus. 1 man ziet er echt belabberd uit, de andere twee zijn vrij kwiek. Iedereen begroet elkaar, heel anders dan in de rest van het ziekenhuis. Dit voelt een beetje als een dorpje. De rest van het ziekenhuis is echt een stad. Ik word aangesloten aan de eerste zak met chemozooi. Intussen wordt er een 15ml-spuit in mijn bovenbeen gezet. “Dit is de immunotherapie, vroeger moest je hiervoor nog een uur aan het infuus hangen. Dat is nu terug gebracht naar 8 minuten om deze spuit in te brengen. Hij is pijnlijk en branderig, dus geef ook even aan als je dat voelt. Op een gegeven moment wil het meestal wel wat minder prikken.” “Kom maar op met die prik, lig hier nu toch hè…” Het viel wel mee. En zodra die prik klaar was had ik er ook geen rotgevoel meer van.
Na een uurtje was de eerste zak leeg, het infuus piepte. ik keek naar Michiel en vroeg: “Is het hier nou zo warm… ik zweet me kapot…” ik kreeg een hitteaanval, alsof ik een uur intensief aan het sporten was. Het voelde echt heel raar want ik had niets intensiefs gedaan. De verpleegkundige liep eerst naar een ander piepend infuus. “Uhm mevrouw? Ik heb het nogal warm.” De verpleegkundige kwam bij me. “Ja joh je ziet helemaal rood! Hm dat lijkt dan toch een reactie op de chemo… Ik ga spoelen.” Met dat het infuus gespoeld word koel ik weer helemaal af. Ik voel het letterlijk zo van mijn gezicht glijden, die warmte. “Oh dit voelt echt veel beter…” de verpleegkundige kijkt me aan “Ik ga even met de arts bellen, het lijkt me slim dat je toch op een anti-allergieschema gaat. Ik ben zo terug.” Ja hoor, ik ben weer speciaal…
“De dokter is het met mij eens. Vanaf de volgende keer gaan we hem 2x een kwartier geven, en dan pas het volledige uur. Dit zorgt ervoor dat je lichaam, als het goed is, minder reageert. Nu op naar de volgende zak. Voel je je verder nog goed?” “Ja hoor, ik ben weer afgekoeld dus voel me prima!” De zak gaat er vlot doorheen en door deze koel ik nog wat meer af. Of eigenlijk, kom ik voor mijn gevoel op een normale temperatuur. Na de chemo moesten we nog snel wat medicijnen ophalen en zat de dag er eindelijk op. Nu weer 2 uur terug naar Zeeland.
Ga je volgen hoor Lieverd ❤️😘
❤️